Pijnverlichting een mensenrecht deel 3

[av_textblock size=” font_color=” color=” custom_class=”]
Bij deze het laatste deel van de gastblog van Jonne Polak. In dit deel zijn ook de referentie toegevoegd. Voor mijn was het lezen een verrijking van mijn kennis en denken over pijn.
[/av_textblock]

[av_textblock size=” font_color=” color=” custom_class=”]

Affectieve qualia
.
Pijn is niet enkel een sensorische of perceptuele ervaring, het is ook een affectief-emotionele ervaring. Het voelen van pijn is (normaal gesproken) naar, afschuwelijk.  Pijn heeft (normaal gesproken) een negatieve hedonische of affectieve waarde. Dit kwalitatieve karakter van pijn wordt in de filosofie ‘qualia’ genoemd.
.
In zijn artikel “Why You Can’t Make a Computer that Feels Pain” beargumenteert Daniel Dennett dat het huidige algemene concept van pijn incoherent is en zou moeten worden verlaten.(9) Dat deed hij op basis van bepaalde klinische pijn syndromen waarbij volgens Dennett sprake was van ‘reactieve dissociatie’ in pijn-affect en zijn sensorische aspect. Bij bepaalde chirurgische ingrepen, medicatie en pathologische condities kan het voorkomen dat het ‘onaangename’ van pijn verdwijnt terwijl het sensorische aspect behouden blijft. Dit komt voor bij mensen die, als laatste remedie voor hun niet te herleiden chronische pijn, prefrontale lobotomy (13) of cingulotomie (14) ondergingen, bij hypnose(15), distikstof-oxide (lachgas) en opiumderivaten als morfine (16). Deze patiënten kunnen de pijn herkennen maar lijken hier niet door te worden gehinderd of anderszins last van te hebben zoals bij pijn verwacht mag worden.
.
Aan de hand van het algemene pijnconcept en de pijndefinitie beargumenteert Dennett het volgende:
.
A. Pijn ervaringen zijn per definitie pijnlijk, afschuwelijk, weerzinwekkend zodat het logischerwijs onmogelijk wordt om een affectief neutrale pijnervaring te hebben.
.
Maar onderdeel van het algemene pijnconcept is tevens dat B. Iemands pijnervaring per definitie privé is en onfeilbaar.
.
In het geval van ‘reactieve dissociatie’ (RD) patiënten komen deze twee onderdelen van het algemene pijn concept volgens Dennett in de problemen.
Een volledig alerte RD-patiënt gelooft oprecht dat zij (a) een pijnervaring heeft en (b) dat haar pijnervaring niet pijnlijk is.
Op basis van A. en a nemen wij aan dat iemand een pijnlijke pijnervaring heeft. Maar dat is in conflict met b dat per definitie waar is gezien B.Het is opvallend dat de IASP definitie van pijn en de bijkomstige ‘note’, A onderstreept. De wetenschappers van IASP zijn toch zeker op de hoogte van RD-casus. Toch is de definitie voor zover bekend niet omstreden.

.
Conclusie
Het is duidelijk dat de Westerse biomedische benadering zoals die geleerd, gepracticeerd en onderzocht wordt sterk ontwikkeld is in een traditie van empirisme, realisme, materialisme en positivisme.(8) Dit heeft ons veel opgeleverd over de natuur van aandoeningen. Het ligt voor de hand dat pijn als aparte aandoening ook op deze manier benaderd zal worden. Voor het verklaren van veel ziektes is dit immers sufficiënt gebleken. Bijvoorbeeld voor het verklaren van een pneumonie. Een pneumonie kan worden veroorzaakt door de bacterie Streptococcus pneumoniae. Hieruit volgt dat een pneumonie in essentie S. Pneumoniae is en de bacterie is de pneumonie.
Bij deze benadering spelen een aantal veronderstellingen. Op de eerste plaats, er is maar één realiteit en door de afzondelijke onderdelen van deze realiteit te bestuderen, kan het geheel worden begrepen. Ten tweede, op basis van objectief vaststelbare gegevens wordt getracht tot een verklaring te komen (positivisme). Ten derde, van een proces dat zich afspeelt voor het volgende, kan worden gesteld dat het dat volgende proces veroorzaakt (determinisme). En tot slot dat gevonden verklaringen kunnen worden gegeneraliseerd qua tijd en plaats (inference).
In het geval van een pneumonie is deze benadering van wetenschap afdoende. Maar voor pijn schiet het tekort. Pijn is het gevolg van C-vezel activatie. We kunnen echter niet zeggen dat pijn C-vezel activatie is, of C-vezel activatie en centrale sensitisatie en spinothalame tract activatie en insula cortex activatie etc. Bij het beschouwen van pijn als aandoening lijkt het lastig zo niet onmogelijk om voor de negatieve qualia een neurale correlatie te vinden. Met andere woorden een neurobiologische verklaring te geven van waarom ‘pijn’ pijnlijk is. Het lijkt niet aannemelijk dat pijnpatiënten deterministische pathways volgen en dat de pijn die kan worden verklaard bij de ene patiënt ook de pijn bij de ander kan verklaren.  Pijn kan niet als los worden gezien van de patiënt die de pijn ervaart. Dit roept vragen op over het beschouwen van pijnverlichting als mensenrecht. Immers, wat is het precies dat men wil verlichten?
.
Literatuur
Voor ‘geschiedenis Westerse pijnbeschouwing’ heb ik het volgende boek als leidraad gebruikt:
• Kluveld (2007), Pijn, de terugkeer naar het paradijs en de wens er weer uit te stappen. Amsterdam, de Arbeiderspers.
.
Voor de overige onderdelen heb ik de volgende twee artikelen als leidraad gebruikt:
• E.N. Zalta et al. Pain. Standford Ensclopedia of Philosophy. First published Fri Sep 30,
205; substantive revision Fri May 29, 2009
• Carr et al. Pain and Philosophy of the mind. Pain clinical updates. 2007 Volume XV, Issue 5
.
1. http://www.iasp-pain.org/Advocacy/Content.aspx?ItemNumber=1305
2. Brand, P. W. and P. Yancey (1993). Pain: The Gift Nobody Wants. New York: Harpen Collins Publishers.
3. Holland Cotter, ‘Critic’s notebook; New England as soothing myth for a nation that wanted one’: The New York Times 10-08-1999
4. E. Cohen, ‘Towards a history of European physical sensibility: pain in the later Middle Ages’: Sci Context, 1995 Spring 8 [1] 47-74
5. Martin Luther, ‘Sermon on Cross and Suffering, Preached at Coburg’: John W. Doberstein, Luthers Works, 51 Sermons (Philidelphia 1958) 195-108,207
6. H. Driessen, Cultuur en Pijn 2002, ISBN9028422412
7. http://www.iasp-pain.org/Taxonomy
8. D. B. Carr et al. Pain and Philosophy of the mind. Pain clinical updates. 2007 Volume XV, Issue 5
9. Daniel C. Dennett Why You Can’t Make a Computer That Feels Pain Synthese Vol. 38, No. 3, Automaton-Theoretical Foundations of Psychology and Biology, Part I (Jul., 1978), pp. 415-456
10. B.J.P., Mens en Pijn. Nijmegen (1999) 7
11. D. Lupton, Medicine as Culture: Illness, Disease and the Body in Western Societies (Londen 2003)1.
12. Kripke, S. A. (1980). Naming and Necessity. Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press.
13. Freeman, W. and J. W. Wattz (1946). “Pain of Organic Disease Relieved by Prefrontal Lobotomy,” Proceedings of the Royal Academy of Medicine, 39: 44–447.
14. White, J. C. and W. H. Sweet (1969). Pain and the Neurosurgeon: A Forty-Year of Experience. Springfield, IL: Charles C. Thomas.
15. Rainville, P., B. Carrier, R. K. Hofbauer, M. C. Bushnell and G. H. Duncan (1999). “Dissociation of sensory and affective dimensions of pain using hypnotic modulation,” Pain Forum, 82(2): 159–171
16. Barber, T. X. (1959). “Toward a theory of pain: Relief of chronic pain by prefrontal leucotomy, opiates, placebos, and hypnosis,” Psychological Bulletin, 56: 430–460.

[/av_textblock]