Ben ik Normaal?

[av_textblock size=” font_color=” color=” custom_class=”]
Ben ik normaal?

Als fysiotherapeut proberen we uitspraken te doen over de kenmerken van klachten bij patiënten. Wat mag worden geclassificeerd als normaal en wat als afwijkend. Daarna stellen we ons de vraag of wat we zien ook een bijdrage levert aan de klacht van de patiënt. We worden gezien als experts wanneer we kleine afwijkingen kunnen benoemen en deze kunnen bestempelen als de oorzaak van een klacht. Beeldvormend onderzoek bij klachtenvrije en gezonde personen laat zien dat afwijkingen veelvuldig voorkomen. Zie onder andere hier, hier en hier.

Wanneer we om ons heen kijken dan is diversiteit de norm. Mensen komen voor in alle soorten en maten. De normaal verdeling  zoals deze binnen de statistiek wordt gedefinieerd is hier een verklaring voor. Op onderstaand plaatje kun je zien dat de kans groot is dat het grootste deel van kenmerken van een populatie zich binnen een grote range bevind. De range  en niet het gemiddelde of een vooraf bepaald optimum kan daarbij worden gedefinieerd als normaal.
[/av_textblock]

[av_image src=’https://www.mennodezeeuwfysio.nl/wp-content/uploads/2015/10/Normaal-verdeling-300×104.jpg’ attachment=’782′ attachment_size=’medium’ align=’center’ animation=’no-animation’ styling=” hover=” link=” target=” caption=” font_size=” appearance=” overlay_opacity=’0.4′ overlay_color=’#000000′ overlay_text_color=’#ffffff’ custom_class=”][/av_image]

[av_textblock size=” font_color=” color=” custom_class=”]
Wat betekend dit voor ons vak. Misschien is het precies benoemen van de oorzaak van een klacht niet onze grootste kracht. Misschien moeten we voornamelijk alert zijn op rode vlaggen en het insluiten van de kleine groep, goede gedefinieerde specifieke pathologie. Wanneer we uitkomen in het aspecifieke domein en de brede range van normaal, dan wordt het leuk. Dan mag en kan namelijk ontzettend veel. Dan zijn afwijkingen van het gemiddelde normaal en is het lichaam in staat om binnen een brede range van diversiteit heel goed te functioneren. We kunnen dan onze patiënt geruststellen en op zoek gaan naar zijn adaptief vermogen. We mogen dan gebruik maken van onze passies en sterke punten  om mensen in beweging  te brengen en iets verzinnen wat bij de patiënt past en bij onszelf past. We kunnen gebruik maken van onze creativiteit en onze communicatieve vaardigheden.

Wat we dan niet meer hoeven te doen is aspecifieke klachten definiëren als specifiek met onbetrouwbare en niet valide diagnoses. We hoeven minder vaak mensen een label te geven dat is gekoppeld aan beliefs (percepties) die op een later tijdstip herstel belemmerende factoren blijken. Toch kunnen we mensen helpen door ze vertrouwen te geven, uit te dagen en in overvloed te leren tappen het prachtige adaptief vermogen van de mens.

Wat hebben we dan een mooi vak.

Menno
[/av_textblock]